Een levende duurzaamheidsvisie
Onderstaand artikel is afkomstig uit Idee #211 – After Disruption. Idee is het tijdschrift van de Mr. Hans van Mierlo Stichting dat vier keer per jaar uitkomt. Zie voor meer informatie: https://vanmierlostichting.d66.nl/idee/. Het artikel is hier gepubliceerd met vriendelijke toestemming van de redactie van Idee.
———————-
Een van de vijf sociaal-liberale richtingwijzers is getiteld Streef naar een harmonieuze en duurzame samenleving. Die samenleving willen we allemaal. Maar hiervoor moeten ambitieuze politieke keuzes gemaakt worden op basis van de laatste inzichten en overtuigingen. Daarbij kunnen urgentie, brede welvaart en radicaal nieuw beleid niet ontbreken – zeker niet in een relevante richtingwijzer van D66. Een pleidooi voor een levende duurzaamheidsvisie.
Door Melle Nikkels, Anita Schmale, Isja Dominicus, Jan-Willem Kanters en Pepijn Wesselman (leden van de thema-afdeling D66 Duurzaam)
Een levende duurzaamheidsvisie
Tussen 2006 en 2013 werden vijf richtingwijzers geformuleerd en uitgewerkt met als doel vorm en onderbouwing te geven aan het sociaal-liberale denken van D66. Zo beschrijft het richtingwijzer-essay Streef naar een harmonieuze en duurzame samenleving de achtergrond, de principes en de af- en overwegingen van waaruit sociaal-liberalen tot keuzes kunnen komen in duurzaamheidskwesties.
De richtingwijzers bleken een succes en zijn inmiddels breed geadopteerd door de partij. Ze worden veelvuldig gebruikt door nieuwe en ervaren leden in het vormen van meningen, standpunten en besluiten. Dit maakt de richtingwijzers misschien veel relevanter dan ooit werd voorzien. In de afgelopen jaren hebben binnen het duurzaamheidsthema significante wetenschappelijke, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen plaatsgevonden. Er is niet alleen nieuwe kennis opgedaan, we zijn ook anders naar het thema gaan kijken. Hierdoor sluit de richtingwijzer nu onvoldoende aan bij de positie van duurzaamheid binnen het sociaal-liberalisme. Echter, op dit moment ontbeert de partij een democratisch mechanisme om richtingwijzers te herzien.
Nieuwe inzichten, meer urgentie
Als je alleen de richtingwijzer-titel leest, zou je ‘streven naar’ kunnen opvatten als iets vrijblijvends; iets voor als er ruimte is in het budget. Om dit soort misvattingen te voorkomen, begint het onderbouwende essay (het ‘roze boekje’) met het definiëren van een aantal woorden. Het ‘streven naar’ wordt gedefinieerd als een werkwoord. Het is ‘balanceren tussen mens en natuur’. Dit is ‘een doelzoekende voortdurende inspanning, zonder een vastomlijnd pad naar een vooraf te definiëren eindpunt’. Dit streven leidt naar oplossingsrichtingen die gericht zijn op óf mens óf natuur met als consensus een balans tussen deze twee. Wat wij, als samenleving, ‘de juiste balans’ vinden, is daarbij een politieke en blijvende vraag die bewust onbeantwoord wordt gelaten in de richtingwijzer.
Ten tijde van het uitwerken van het ‘roze boekje’ gingen de belangrijkste debatten rond duurzaamheid inderdaad over de mate van urgentie, de noodzaak en mogelijkheden om schade aan het milieu te beperken en het vinden van een balans tussen welvaart (mens) en een leefbare planeet (natuur). Inmiddels groeit het inzicht – op aangeven van grote denkers, doeners én voorbeelden – dat het ánders kan. De drie belangrijkste veranderingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden: de mate van urgentie is veranderd, wetenschappers denken na over de waarde van duurzaamheid ten opzichte van andere waarden en er zijn tal van duurzaamheidsinitiatieven ontstaan vanuit de markt die vragen om radicaal nieuw beleid.
Brede welvaart
Hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans, auteur van In het oog van de orkaan, probeert ons duurzaamheidsdenken al vele jaren te prikkelen door uit te leggen dat we niet in een tijdperk van transities leven maar ‘in een transitie van tijdperken’, waarbij alle thema’s op elkaar inwerken. De Britse econoom Kate Raworth formuleert en verbeeldt met haar Doughnut Economy de grenzen aan ons menselijk handelen binnen sociale en ecologische kaders, zoals de Club van Rome in 1972 al deed – met een heel belangrijk verschil: ze laat ook zien dat er enorm veel ruimte bínnen die donut is voor vooruitgang, groei en ontwikkeling op een duurzame manier. Dat de toenemende urgentie van het klimaatprobleem ook in de maatschappij aanwezig is, zie je bijvoorbeeld terug in de gewonnen rechtszaken van Urgenda en in de protesten van Extinction Rebellion in meer dan zestig landen.
Mede op aandringen van D66 hebben we in Nederland sinds twee jaar de Monitor Brede Welvaart. Deze is nauw verbonden aan de wereldwijde Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties en de Better Life Index van de Europese Unie. De Monitor Brede Welvaart beschrijft de ‘stand van het land’ met een brede definitie van welvaart: economische activiteit, gelijkheid, gezondheid, lucht, bodem, water, klimaat, beschikbaarheid van grondstoffen, ecosysteemdiensten van natuur en biodiversiteit; allen hebben hun aandeel in het welbevinden van mensen nu, later en elders op de planeet. Een vernieuwende, bredere manier van kijken leidt dan tot nieuwe inzichten en oplossingen die natuur, klimaat, gezondheid en economische activiteit verbinden tot méér welvaart in plaats van die eerdere schijnbare tegenstelling en zoeken naar ‘balans’.
Duurzaamheidsdenkers maken dezelfde omslag: de Circular Economy van de Ellen MacArthur Foundation en McKinsey brengt oplossingen voor schaarste van materialen, schade van afval, uitstoot en uitputting in de vorm van nieuwe, efficiëntere businessmodellen. The Blue Economy van duurzaam ondernemer Gunter Pauli leert productielessen uit (veel efficiëntere) processen van de natuur, terwijl de bio-based economie en chemie enorme potentie en groei laten zien om de fossiele economie te vervangen. En ook cradle-to-cradle koplopers McDonough en Braungart hebben hun ‘afval=voedsel’-theorie omgevormd tot upcycling, en doing less bad vervangen door doing more good.
Radicaal nieuw beleid
Praktische voorbeelden waar deze theorieën worden toegepast zijn nog schaars, ze hebben immers tijd nodig om te ontwikkelen en tot voldoende concurrentiekracht te groeien. Daarnaast hebben groene initiatieven vanuit de markt vaak te maken met regelgeving die hen tegenwerkt om op een rendabele manier nieuwe producten of diensten te ontwikkelen.
Tapijtfabrikant Interface formuleerde in de jaren negentig al een visie om CO2-neutraal te worden en het bedrijf bepaalt inmiddels de (zakelijke) tapijtenmarkt met circulaire materialen en verdienmodellen. DSM heeft zich omgevormd van kolenbedrijf tot koploper in nieuwe duurzame materialen en elk jaar laten de initiatieven en bedrijventours van partijen als Urgenda meer en betere voorbeelden zien van radicaal duurzame keuzes die méér opleveren dan het ‘voorzichtig zoeken naar balans’. Ook de kringlooplandbouw van minister Schouten, geïnspireerd door D66-Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot, is zo’n radicale keuze met de potentie om uiteindelijk meer positiefs te gaan opleveren met minder negatieve impact.
Naast dit bewijs dat duurzaamheid en groei van welzijn hand in hand kunnen gaan, leven we ook in een tijdperk waarin belangrijke keuzes gemaakt moeten worden. CO2-uitstoot moet drastisch worden teruggedrongen om binnen de 1,5 graden opwarming te blijven en vervuiling van zeeën en oceanen door wegwerpplastic moet gestopt worden. Tegelijkertijd zijn er grote opkomende economieën buiten Europa waar we tegen willen blijven concurreren. Dit vraagt om visie en besluitvaardigheid. Alle sectoren moeten vergroenen en zullen daarin moeten investeren. Dit zal niet binnen het huidige businessmodel van ieder bedrijf passen en er zullen dan ook bedrijven op een niet-harmonieuze manier verdwijnen. Het is aan de politiek met de juiste beleidskeuzes een groene economie in Nederland mogelijk te maken. Hiermee krijgen duurzame bedrijven en innovaties meer ruimte op de markt, kans om te groeien en vervuilende alternatieven te verdringen.
Levende richtingwijzers
Een duurzame en harmonieuze samenleving willen we allemaal. We moeten zoeken naar innovatieve oplossingen die verbetering betekenen voor én mens én natuur en harde grenzen stellen aan groei die niet duurzaam is. En daar moeten we gisteren mee beginnen, want anders gaan we de strijd tegen klimaatverandering niet winnen. We moeten een duurzame wereld op waarde schatten en deze waarde koppelen aan economische waarde om zo weloverwogen keuzes te maken. Daarnaast willen we voldoende versnelling en schaalgrootte bereiken om klimaatverandering daadwerkelijk te stoppen. Hiervoor moeten ambitieuze politieke keuzes gemaakt worden op Europees, landelijk, provinciaal, gemeentelijk en individueel niveau. Als D66 willen we dit doen op basis van de laatste inzichten en overtuigingen. Want alleen zo kunnen we goedbewapend de strijd aan gaan met klimaatontkenners, -uitstellers en -pessimisten, en de aarde conserveren voor de toekomst. Wat ons betreft kunnen die drie bovenstaande elementen – urgentie, brede welvaart en radicaal nieuw beleid – niet ontbreken in een richtingwijzer over duurzaamheid. Echter, omdat we stééds tot nieuwe inzichten en overtuigingen komen, hebben we een levende duurzaamheidsvisie nodig die periodiek aan herziening onderhevig is.
Dat D66’ers hier achter staan, blijkt uit de aangenomen moties (zie hieronder) op het congres in Breda. We moeten nu dus zoeken naar een werkbare, realistische en democratische manier om dit voor elkaar te krijgen, zodat voortschrijdend inzicht in de duurzaamheidsrichtingwijzer ons kan helpen bij het voortdurend verbeteren van échte welvaart. Bijvoorbeeld met een jaarlijkse subsessie op het congres, die aanleiding kan geven tot amendering en besluitvorming op een volgend congres. De thema-afdeling D66 Duurzaam is een logische partner om dit samen mee vorm te geven. De vernieuwende ideeën die we kort in dit artikel schetsen zijn daar, en bijvoorbeeld in de permanente programma commissie, al verder uitgewerkt, onder andere in het landelijk verkiezingsprogramma. We willen dus meer dan het roze boekje eenmalig van voortschrijdend inzicht voorzien en roepen de partij op om continuïteit te geven aan het verwerken van voortschrijdend inzicht in álle vijf richtingwijzers, die zo’n belangrijke rol hebben gevonden in de formulering van het D66-gedachtengoed in alle geledingen van onze partij.
—————-
AOM 110.08 Democratisch mechanisme om richtingwijzers periodiek te herzien en AOM 110.09 D66 richtingwijzers voor de toekomst. Congres 110, 9 november 2019, Breda.